mr. dr. Jan Wouter Alt, cassatieadvocaat
civiele cassatie, arbeidsrecht, pensioenrecht en civiel (proces)recht
Jan Wouter Alt (1964) is beëdigd als advocaat op 1 september 1989. Hij is dus inmiddels 35 jaar advocaat. Als civiele cassatieadvocaat behandelt hij sinds 1996 zaken op uiteenlopende rechtsgebieden, zoals arbeidszaken, huurzaken, zaken op het gebied van pensioenrecht, onrechtmatige daad, aanbestedingsrecht, bankrecht (w.o. aandelenlease-zaken en zaken betreffende de schending van de zorgplicht), vastgoedrecht, contractenrecht, faillissementsrecht, aansprakelijkheidsrecht, I-E-recht en het familierecht. Zie voor de voorbeeldzaken op deze en meer rechtsgebieden het onderdeel track record van deze website. Voor nadere informatie over cassatie klikt u hier. Zie voor de meest recente zaken de rechterzijde van deze pagina. Hieronder staan enkele bijzondere zaken die mr. Alt in de afgelopen tijd heeft behandeld.
Behandeling van de Helpling-zaak over platformwerk.
mr. dr. Jan Wouter Alt staat in cassatie een werkneemster van Helpling en vakbond FNV bij tegen het (inmiddels gefailleerde) Helpling. In ECLI:NL:HR:2023:887, HR 9 juni 2023, (Helpling/FNV) heeft de Hoge Raad al beslist over de gevolgen van het faillissement van Helpling voor de procedure die FNV en een werknemer hebben aangespannen. Een deel is geschorst en een deel wordt vootgezet. In de meest recente conclusie van A-G De Bock met betrekking tot het deel dat wordt voortgezet geeft zij werknemer en Helpling gelijk doordat zij adviseert aan de Hoge Raad om het arrest van het hof (dat een uitzendovereenkomst aannam) te vernietigen en te bepalen dat de schoonmakers in dienst waren bij Helpling op basis van een reguliere arbeidsovereenkomst. De conclusie van 5 juli 2024 vindt u hier.
Behandeling van de zaak over de klachtplicht
In een tweetal uitspraken waarin mr. Alt namens de werkgever heeft betoogd dat de klachtplicht onverkort van toepassing was op loonvorderingen heeft de Hoge Raad geoordeeld dat dit inderdaad het geval was. Zie HR 20 september 2024 ECLI:NL:HR:2024:1281 en ECLI:NL:HR:2024:1278
mr. Alt trad op voor vier werknemers in de Mammoet-zaken waarin de vraag speelde of vergoedingen voor gewerkte overuren meetellen voor vakantieloon. Het gaat daarbij om de uitleg van art. 7:639 BW en art. 7 lid 1 Richtlijn 2003/88/EG (Arbeidstijdenrichtlijn) in het licht van HvJEU 13 december 2018, ECLI:EU:C:2018:1018 (Hein/Holzkamm). De Hoge Raad oordeelde dat dit inderdaad het geval is. Zie onder meer HR 27 september 2024, ECLI:NL:HR:2024:1322
In 2018 was hij als cassatieadvocaat samen met zijn toenmalige kantoorgenote mr. dr. Wendela Jacobs betrokken bij de behandeling van de prejudiciële vragen gesteld door de rechtbank Groningen aan de Hoge Raad over bestaan en omvang van aansprakelijkheid voor materiële en immateriële schade als gevolg van gaswinning in het Groningerveld HR 19 juli 2019, ECLI:NL:HR:2019:1278 (X c.s./NAM, Staat e.a.). Ook was hij betrokken bij de navolgende zaken:
-
ECLI:NL:HR:2024:980, HR 28 juni 2024, Verbintenissenrecht; overeenkomstenrecht. Koop elektrische auto. Non-conformiteit (art. 7:17 BW) vanwege tegenvallende actieradius in het licht van mededelingen verkoper? (Jaguar E-pace)
-
ECLI:NL:HR:2024:165, Hoge Raad 2 februari 2024, Personen- en familierecht; huwelijksvermogensrecht (art. 1:115 BW); afwikkeling bij echtscheiding. Wijzigingen huwelijkse voorwaarden tijdens huwelijk ten nadele van de vrouw. Zorgplicht notaris (art. 43 lid 1 Wna); specifieke waarschuwings- en vergewisplicht bij nadelige of riskante gevolgen. Heeft de man, gelet op betrokkenheid van notarissen bij wijzigingen, gerechtvaardigd erop vertrouwd dat wil van de vrouw strookte met haar verklaring (art. 3:33 en art. 3:35 BW)?
-
ECLI:NL:HR:2023:1070, HR 7 juli 2023 (Philips/Lidl), Intellectuele eigendom; auteursrecht. Art. 10 lid 2 Auteurswet en art. 13 Auteurswet. Productvormgeving. Is verveelvoudiging in gewijzigde vorm zelfstandig beschermd werk? Onbegrijpelijke uitleg van petitum en grondslag? Slaafse nabootsing.
-
ECLI:NL:HR:2023:816,HR 9 juni 2023, (NS Personeel/X) Arbeidsrecht. Uitleg begrip ‘vakantie’ in art. 7:634 BW. Bovenwettelijke vakantie ingezet voor andere doeleinden, recht op loon, art. 7:639 BW en art. 7:645 BW. Uitleg cao NS, vaststellingsovereenkomst, afwijken dwingend recht. Grenzen rechtsstrijd, meer toewijzen dan gevorderd.
-
ECLI:NL:HR:2023:790, HR 26 mei 2023, Arbeidsrecht. Uitleg algemeen verbindend verklaarde cao (Sociaal Werk, Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening). Begrip ‘slaapdienst’.
-
ECLI:NL:HR:2023:661, 21 april 2023, (AFM/werknemers) Pensioenrecht. Verhouding eenzijdig wijzigingsbeding in arbeidsovereenkomst (art. 7:613 BW) en pensioenovereenkomst (art. 19 Pw). Toepasselijkheid wijzigingsverbod opgebouwde aanspraken (art. 20 Pw) op wijziging onvoorwaardelijke toeslagregeling met voorwaardelijk element (deelname aan regeling) in voorwaardelijke toeslagregeling. Wijzigingsverbod art. 20 Pw van toepassing op wijzigingen in uitvoeringsovereenkomst?
- ECLI:NL:HR:2023:449 HR 24 maart 2023, Procesrecht. Mondelinge behandeling in hoger beroep. Art. 87 lid 8 Rv. Mocht hof bij ongemotiveerde beslissing op de rol verzoek om mondelinge behandeling afwijzen? Heeft rechtspraak over pleidooi zijn betekenis behouden?
- ECLI:NL:HR:2023:426, HR 17 maart 2023, Arbeidsrecht. Uitzendovereenkomst. Is uitzendbeding in cao inhoudende dat uitzendovereenkomst eindigt bij ziekte of arbeidsongeschiktheid rechtsgeldig? Strijd met opzegverbod tijdens ziekte of arbeidsongeschiktheid van art. 7:670 lid 1 BW? Strijd met wettelijke regeling van uitzendbeding in art. 7:691 lid 2 BW? Overweging ten overvloede na intrekking cassatieberoep.
-
ECLI:NL:HR:2023:428, HR 17 maart 2023, Aansprakelijkheidsrecht. Onrechtmatige daad. Is pensioenadviseur van werkgever jegens de werknemer aansprakelijk voor advies over excedentverzekeringen en waardeoverdracht? Maatstaf. Aansprakelijkheid van werkgever voor tekortkoming in nakoming van pensioentoezegging.
-
ECLI:NL:HR:2023:193: HR 10 februari 2023, Arbeidsrecht. Procesrecht. Vordering van werknemer tot nabetaling loon. Werkgever heeft niet voldaan aan verplichting uit cao om ondertekende exemplaren van urenstaten aan werknemer te overhandigen. Uitleg vordering. Heeft werknemer voldoende gemotiveerd
-
ECLI:NL:HR:2020:1746, HR 6 november 2020 (X/Gemeente Amsterdam) Verrichten van werkzaamheden door uitkeringsgerechtigde op participatieplaats (Participatiewet). Maatstaf om overeenkomst als arbeidsovereenkomst aan te merken (art. 7:610 BW); onderscheid tussen uitleg en kwalificatie; bedoeling van partijen. Is stimuleringspremie loon?
-
ECLI:NL:HR: 2019:1734, HR 8 november 2019 Prejudiciële vragen slapende dienstverbanden (Xella).
-
ECLI:NL:HR2019:650, HR 19 april 2019, (HP/Digital Revolution) Intellectuele eigendom. Octrooirecht. Europees octrooi op cartridge en werkwijze. Octrooi geldig? Nieuwheidsschadelijkheid eerder octrooi van dezelfde octrooihouder. Beoordelingsmaatstaf bij een voortbrengselconclusie van het type ‘means plus function’. Betekenis van ‘adapted for’. Hulpverzoeken; toetsing aan het duidelijkheidsvereiste van art. 84 EOV hoewel dat geen nietigheidsgrond is? Indirecte inbreuk op werkwijzeconclusie: impliciete licentie?
-
de JCDecaux zaken HR 28 mei 2021 HR 18 mei 2018 ECLI:NL:HR:2021:791, (NS Stations/JCDecaux) over de vraag of NS Stations een aanbestedende dienst is en
ECLI:NL:HR:2018:720 over de vraag of aanbestedingsrechtelijke beginselen zijn geschonden bij onderhands gesloten concessieovereenkomsten voor grondgebied Eindhoven. ‘Duidelijk grensoverschrijdend belang’ (art. 1.7, onder c, Aanbestedingswet 2012); daaraan te stellen eisen; aansluiting bij rechtspraak HvJEU. Betekenis HvJEU 6 oktober 2016, zaak C-318/15, ECLI:EU:C:2016:747 (Tecnoedi) voor stelplicht. Relevantie van omstandigheid dat belangstellende onderneming onderdeel is van internationaal concern en ECLI:NL:HR:2018:722 over een vergelijkbaar geval in Rotterdam. -
HR 25 mei 2018, ECLI:NL:HR:2018:772, Onrechtmatige daad (Liander/x) over een graafschade aan een elektriciteitskabel bij graafwerkzaamheden (slaan damwand).
-
HR 2 november 2018, ECLI:NL:HR:2018:2043, (Telstar c.s./curatoten): Cassatieprocesrecht. Verbintenissenrecht. Aan Borgersbrief te stellen eisen (art. 44 lid 3 Rv). Totstandkoming en uitleg overeenkomst; Haviltexmaatstaf (art. 3:33 en art. 3:35 BW); motivering en ECLI:NL:HR:2023:297, HR 24 februari 2023 (81 RO voor de curatoren).
Zie verder ook HR 10 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1134, (Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds/Alcatel-Lucent) en betreft een zaak van een bedrijfspensioenfonds tegen een werkgever die in het kader van de de-risking, de uitvoeringsovereenkomst met dat pensioenrecht had opgezegd. Van recentere datum is de WWZ zaak HR 20 maart 2018 ECLI:NL:HR:2018:484 (Dräger), waarin Jan Wouter Alt namens Dräger als verweerder optrad. In deze zaak was onder meer aan de orde of er naast een geldig ontslag op staande voet nog een transitievergoeding mogelijk is.
Een ander voorbeeld tenslotte betreft HR 21 november 2014 ECLI:NL:HR:2014:3350, en betrof de vraag of een hoofdaannemer zich jegens een hoogspanningskabelbeheerder op de korte verjaringstermijn ex 8:1793 BW kan beroepen. Zie de pagina blogs over recente gewonnen zaken, alsmede de lijst aan de rechterzijde van deze pagina.
Daarnaast weet Jan Wouter Alt vanuit de cassatiepraktijk als geen ander hoe bij de kantonrechter, de rechtbank en het gerechtshof in civiele zaken moet worden geprocedeerd. Naast de cassatiepraktijk wordt hij daarvoor regelmatig ingeschakeld als adviseur bij de begeleiding van een civiele procedure in eerste aanleg of hoger beroep. Hij adviseert daarbij ook andere advocaten en advocatenkantoren over procestechniek, stelplicht en bewijslast en als sparringpartner. Ook doet hij op verzoek arbeidszaken bij de kantonrechter of het hof (en uiteraard in cassatie).
In 2001 voltooide hij op het gebied van het arbeidsrecht de postdoctorale specialisatieopleiding Grotius. Daarna heeft hij die kennis gecombineerd met die van de cassatiepraktijk in het schrijven van een procesrechtelijk proefschrift.
Op 15 september 2009 promoveerde hij aan de Universiteit Leiden (UL) op het procesrechtelijke proefschrift: ‘Ongelijkheidscompensatie bij stelplicht en bewijslast in het civiele arbeidsrecht en het ambtenarenrecht. Naar een eenvormig stelsel?’ Als promotor trad op Prof. mr. G.J.J. Heerma van Voss. Zie het Leiden Law Magazine van november 2009 voor een verslag van de promotie. Voor de volledige tekst van het proefschrift in PDF-formaat klikt u hier. Jan Wouter Alt is gastonderzoeker bij de Universiteit Leiden (Afdeling Sociaal recht)
Naar aanleiding van de invoering van de nieuwe Wet Werk en Zekerheid (WWZ) en de wet KEI is een nieuw procesrechtelijk boek verschenen in mei 2017 met de titel: Stelplicht en bewijslast in het nieuwe arbeidsrecht:
Jan Wouter Alt publiceerde onder meer artikelen op het gebied van arbeidsrecht en burgerlijk procesrecht in ArbeidsRecht (2002, 2004, 2005, 2006, 2007 en 2013), Arbeid Integraal (2004) en Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging (2005), TAP (2009) en ARBAC (2012).
Sinds 2020 is Jan Wouter Alt voor het onderdeel Arbeidsprocesrecht mede-bewerker van Sdu Commentaar Arbeidsrecht Thematisch:
Hij werkt sedert de oprichting daarvan in 2004 als medewerker mee aan het Kluwer tijdschrift Rechtspraak Arbeidsrecht (RAR). Sinds 2016 is hij ook medewerker van het Kluwer tijdschrift Rechtspraak Burgerlijk Procesrecht (RBP). In december 2017 is een noot onder een uitspraak in het tijdschrift Jurisprudentie Burgerlijk Procesrecht (JBPR) over het deskundigenbericht in een civiele procedure verschenen.
Voorts is hij met ingang van 8 november 2016 redacteur van het Advocatenblad. Klik hier voor een recent artikel over de aanbevelingen van de commissie herziening Bewijsrecht in het kader van de KEI-wetgeving. op 6 december 2017 is bij Ars Aequi een Liber Amicorum voor de oud-cassatieadvocaat mr. E.H. van Staden ten Brink, waarvoor Jan Wouter Alt een bijdrage heeft geschreven over uitleg en kwalificatie van (arbeids)overeenkomsten. In april 2018 verschijnen er artikelen over kwalificatie van overeenkomsten en bewijsrecht in Tijdschrift recht en Arbeid (TRA), Overeenkomst in de Rechtsprakijk (ORP) en het Advocatenblad.
Daarnaast geeft Jan Wouter Alt cursussen en lezingen. Hij werkte enkele jaren mee aan de Beroepsopleiding Advocatuur van de Nederlandse Orde van Advocaten op het onderdeel stelplicht en bewijslast in het burgerlijk procesrecht.
Jan Wouter Alt is vanaf de oprichting in 2009 tot 25 mei 2023 bestuurslid (w.o. penningmeester) geweest van de Vereniging van Civiele Cassatieadvocaten (V.C.C.A.). Hij is verder lid van de Vereniging Arbeidsrecht Advocaten Nederland (V.A.A.N.), van de Vernigin van Haagse Arbeidsrechtadvocaten (V.H.A.A), van de Nederlandse Juristen Vereniging (N.J.V.), de Vereniging voor Arbeidsrecht (V.v.A.) en van de Nederlandse Vereniging voor Procesrecht (N.V.v.P.).
mr. Alt heeft in het rechtsgebiedenregister van de Nederlandse orde van advocaten geregistreerd in de rechtsgebieden
- arbeidsrecht met als subrechtsgebieden: medezeggenschap en pensioenen
- civiele cassatie
Op grond van deze registratie is mr. Alt verplicht elk kalenderjaar volgens de normen van de Nederlandse orde van advocaten tien opleidingspunten te behalen op ieder geregistreerd hoofdrechtsgebied.
Zie ook het Linked-In curriculum vitae van Jan Wouter Alt
Publicaties:
‘Het sociaal plan en marginale toetsing anno 2002’, Arbeidsrecht 2002/49 (afl. 8, p. 72-80)
ADO verworpen. Hoe nu verder? Een nieuwe kans voor de preventieve ontslagtoets in een nieuw civiel ontslagprocesrecht?’, Arbeid Integraal nr. 1, febr. 2004, p. 8-12;
‘Bewijslastverdeling werkgeversaansprakelijkheid voor RSI: gelijk oversteken; een reactie’, Arbeidsrecht 2004/34 (afl. 6, p. 32-36);
‘Bewijslastverdeling werkgeversaansprakelijkheid voor RSI: het arrest De Bakker/Zee Electronics’, Arbeidsrecht 2005/40 (afl. 8, p. 10-14);
‘Werkgeversaansprakelijkheid voor beroepsziekten anno 2006, ongelijkheidscompensatie in het gedrang?’, Arbeidsrecht 2006/53 (afl. 10, p. 33-41);
‘Werkgeversaansprakelijkheid ex art. 7:658 BW anno 2007: persoonlijke predispositie, de zorgplicht van de werkgever en de stelplicht van de werknemer’, Arbeidsrecht 2007/56 (afl. 12, p. 17-22);
‘De wettelijke vermoedens van 7:610a en 7:610b tien jaar later’, TAP 2009, p. 17-21 (afl. Special 3)
‘De ambtenaar is bij ontslag slechter af, dan zijn civiele collega maar er zit wel enige verbetering in, een reactie op Arbeidsrecht 2012/49’, ArbeidsRecht 2013/20 (afl. 3, p. 26-27)
‘Is het bewijsrecht van toepassing op de ontbindingsprocedure? Een reactie op het artikel ‘Procesrechtelijke bijzonderheden in de ontbindingsprocedure deel 2 van mr. Vivian Bij de Vaate ARBAC oktober 2012
Stelplicht en bewijslast in het nieuwe arbeidsrecht, Kluwer Deventer 2017
Sneller proces mag niet ten koste gaan van waarheidsvinding Advocatenblad 17/07/2017
‘Het arrest Groen/Schoevers, kwalificatie en uitleg van arbeidsovereenkomsten’ in: M.E. Bruning en A. van Staden ten Brink (red.), Met recht bevlogen, Liber amicorum mr. Eduard van Staden ten Brink, Ars Aequi Libi 2017.
‘De gedwongen vrijheid van de maaltijdbezorger en de plannen van het kabinet Rutte III’, TRA 2018/36 Dit artikel is genomineerd voor de Arbeidsrecht Publieksprijs:
‘Bewijzen en aannemelijk maken: een wereld van verschil’ Advocatenblad 2018-5
‘De Blauwe lijst. Oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten moeten behalve aan de zwarte en grijze lijst, ook getoetst worden aan de blauwe lijst.’ Advocatenblad 2018-6
‘Schaf de KEI-wetgeving af’, Advocatenblad 2018-7 p. 74
‘Na een reset van KEI ook een reset voor het burgerlijk procesrecht in vorderingszaken?’ NJB 2018/1759 afl.-33.
‘Ex artikel 1:141 lid 3 BW. Wie moet wat bewijzen? Advocatenblad 2020-9, p.53.
‘Tijd voor de-escalatie in (het) civiel procesrecht’, Advocatenblad 2021-6,
‘Stelplicht en bewijslast gelden ook in alimentatiezaken’ Advocatenblad 2021-10-
‘Beperking van het aantal pagina’s in appel: aanpassing van het burgerlijk procesrecht vereist’ JBPr 2021-4, p 509-514
Ook heeft Jan Wouter Alt twee uitspraken van de Hoge Raad van 16 februari 2018 besproken voor de AvdR in het kader van Legalflix
Zie ook: de interviews in het Concertgebouw
Zie verder de AVDR publicatie Top 8 cassatieadvocaten
English
Jan Wouter Alt specialises in Supreme Court litigation, covering a wide range of civil law subjects including Family Law, Tort Law, Employment Law, Leases, Civil Law, Intellectual Property, Corporate Law, Real Estate (including Rent), Procedural Law, Property law, Damages and Insolvency Law.
Contact: alt@altkamboer.com
Bezoekadres: Statenlaan 28, 2582 GM ’s-Gravenhage. Postadres: Postbus 82228, 2508 EE ’s-Gravenhage; Telefoon: +31(0)70 – 358 94 79 en +31(0)70 – 568 00 02; Fax: +31(0)70 – 358 51 97. Klik hier voor Google maps en een routebeschrijving.